Een reactievergelijking is een symbolische voorstelling van een reactie. In zo een vergelijking kan precies worden gezien welke stoffen er reageren tot welke reactieproducten. De verschillende stoffen zijn weergegeven in symbolen. Zo is koolstof C, en zuurstof O.
Vast (s):Als een Materie vast is dan schrijf je eerst de symbolen van die stof en daarna tussen haakjes de fase, namelijk "s".
Vloeibaar (l): Als een Materie vloeibaar is dan schrijf je eerst de symbolen van die stof en daarna tussen haakjes de fase "l".
Gas (g): Als een Materie gasvormig is dan schrijf je eerst de symbolen van die stof en daarna tussen haakjes de fase "g".
Opgelost in water (aq): Als een Materie opgelost in water is dan schrijf je eerst de symbolen van die stof en daarna tussen haakjes de fase, namelijk "aq". Zouten zijn altijd opgelost in water dus die krijgen altijd de fase "aq".
Er zijn twee soorten reacties
Exotherme reactie = Een reactie waarbij energie vrijkomt. Deze energie kan vrijkomen in de vorm van warmte, licht of elektrische energie. De reactieproducten bezitten dus altijd minder energie dan de beginstoffen. Een voorbeeld van een
exotherme reactie is de verbranding van aardgas.
Endotherme reactie = Een reactie die energie opneemt uit de omgeving. Om deze reacties te kunnen laten plaatvinden moet constant energie worden toegevoegd. Als de toevoer van energie stopt, stopt ook de reactie. De reactieproducten bezitten
altijd meer energie dan de beginstoffen. Een voorbeeld van een endotherme reactie is de elektrolyse van water.
Er is energie nodig om een reactie te starten
De energie die daar voor nodig is heet de activeringsenergie. De ontbrandingstemperatuur van aardgas ligt boven kamertemperatuur. Als je een brander opendraait brandt aardgas dus niet. Het brand pas als je met de vlam van een lucifer
het aardgas net zo warm maakt als zijn ontbrandingstemperatuur. De energie in de vorm van warmte die nodig is om het aardgas te laten branden is de activeringsenergie.
Een neerslag reactie is een reactie waarbij een vast zout ontstaat. Een zout bestaat altijd uit 2 verschillende soorten ionen. Als deze ionen slecht met elkaar oplossen dan wordt er een zout gevormd.
In de oplosbaarheidstabel (tabel 45A) zie je aan de letter "s" of 2 ionen slecht met elkaar oplossen.
Vaak krijg je bij neerslagreacties 2 zouten die bij elkaar gevoegd worden tot een oplossing. Deze zouten gaan allebei uit elkaar in ionen, waarna de ionen misschien met elkaar reageren tot een neerslag.
Noteer welke zoutoplossingen bij elkaar gevoegd worden.
Noteer welke ionen er ontstaan.
Noteer de waarneming.
Deze stap mag overgeslagen worden als waarnemen niet mogelijk is.
Maak een mini-oplosbaarheidstabel. Hierbij zet je de ionen met een positieve lading links, en met een negatieve lading boven. De twee ionen die met elkaar in de oplossing zaten kan je alvast met de letter "g" invullen.
PO43- | NO3- | |
Na+ | g | |
Ca2+ | g |
Maak de mini-oplosbaarheidstabel af door de ontbrekende combinaties van ionen op te zoeken in binas tabel 45.
PO43- | NO3- | |
Na+ | g | g |
Ca2+ | s | g |
Noteer de ionenvergelijking als er 1 of meer neerslagreactie(s) plaatsvindt(en). Neerslagreacties vinden plaats als er 1 of meerdere ionen slecht met elkaar oplossen.
Let op!: De elektrovalentie in de reactievergelijking moet wel gelijk zijn. Je doet deze vermenigvuldigen met het getal voor de symbolen. Zijn ze niet gelijk dan verander je het getal voor de symbolen totdat ze totaal bij elkaar opgeteld nul zijn.
PO43- | NO3- | |
Na+ | g | g |
Ca2+ | s | g |
Wat zijn scheidingsmethoden?
Scheidingsmethodes zijn methodes om uit een mengsel van allerlei stoffen zuivere stoffen te krijgen. Om te beslissen welke scheidingsmethode je moet gebruiken, ga je eerst kijken naar de stofeigenschappen
de stof heeft. Hieronder zijn de scheidingsmethoden gezet met informatie zoals wanneer je welke methode gebruikt.
Destillatie is het scheiden van een stof d.m.v. het verschil in kookpunt. Je verhit het mengsel naar een temperatuur boven het kookpunt van stof A en onder het kookpunt van stof B. Stof A verdampt dan. Om stof A op te vangen moet je gebruik maken
van een destillatieopstelling. Wat blijft liggen in je bekerglas is het residu.
Vb. Het verhitten van zeewater en het water opvangen om niet-zout water te krijgen. Het residu is hier het zout. Het water is het destillaat.
Filtratie is het scheiden van een stof d.m.v. het verschil in deeltjesgrootte en toestand (vast, vloeibaar, gas). Bij deze methode gooi je het mengsel in een trechter waarin filtreerpapier zit. De stof met de grotere deeltjesgrootte blijft achter
in het papier. Dit is het residu. De stof met de kleinere deeltjesgrootte komt door het papier heen terecht in je bekerglas. Dit is het filtraat.
Vb. Het filtreren van zand en water. Het zand heeft grotere deeltjes en blijft dus achter in het papier. Dit is het residu.
Het water komt in het bekerglas en is het filtraat.
Bij een extractie scheid je een stof door gebruik te maken van het verschil in oplosbaarheid. Bij extraheren heb je bijvoorbeeld stof A, deze stof lost goed op in water, en stof B, deze stof lost goed op in wasbenzine. Je doet dan het mengsel in een scheitrechter samen met genoeg wasbenzine en water, zodat stof A en stof B helemaal kunnen oplossen. Dan schud je even zodat alles goed mengt en daarna laat je het even staan. Na een poosje zie je twee lagen, de bovenste laag bestaat uit een mengsel van wasbenzine en stof B, de onderste laag bestaat uit mengsel van water en stof A. Dit komt doordat water en wasbenzine niet mengen, want water is polair en wasbenzine apolair (nog ergens uitleggen). Hierna kan je voorzichtig het kraantje aan de onderkant van de trechter opendraaien, en de onderste laag eruit laten lopen. Als je dit hebt gedaan kan je stof B van de wasbenzine en stof A van het water scheiden d.m.v. een andere scheidingsmethode van elkaar scheiden.
Door de scheidingsmethode indampen kan je een vaste stof en een vloeistof scheiden. Dit is eigenlijk hetzelfde als destillatie, maar dan vang je de verdampte vloeistof niet op.
Als je een mengsel hebt van een vaste stof die niet oplosbaar is en een vloeistof en je wilt deze scheiden kan je de scheidingsmethode afschenken/decanteren gebruiken. Deze scheidingsmethode maakt gebruik van het verschil van toestand tussen verschillende stoffen (vast, vloeibaar, gas). Als je het mengsel een poosje laat staan bezinkt de vaste stof en kan je voorzichtig de vloeistof afschenken. Met decanteren kan je gemakkelijk een fout maken, doordat er bijvoorbeeld per ongeluk een beetje van de vaste stof mee gaat. Hierom wordt de vloeistof meestal langs een glazen staaf geschonken, zodat de vaste stof niet meegaat.
Als je een vloeistof wilt afschenken kun je gebruik maken van centrifugeren om je stof sneller te laten bezinken. Bij het centrifugeren wordt de stof in een centrifuge gestopt en daarin snel rondgedraaid. Centrifugeren maakt gebruik van het verschil in dichtheid van de twee stoffen in het mengsel.
Door het binden aan een vaste stof wordt een vloeistof of gas uit een mengsel gehaald. Bij adsorptie wordt gebruik gemaakt van het verschil in bindingsvermogen aan een adsorptiemiddel. De vloeistof of het gas komt aan de vaste stof te zitten en kan zo dus worden verwijderd. Deze scheidingsmethode kan bijvoorbeeld worden gebruikt om kleur uit een oplossing te verwijderen en wordt ook gebruikt in gasmaskers om giftig gas te adsorberen.
Chromatografie is een scheidingstechniek waarbij het mogelijk is de verschillende stoffen te identificeren. Chromatografie is een verzamelnaam voor een aantal verschillende methoden zoals: papierchromatografie, dunnelaagchromatografie, kolomchromatografie en gaschromatografie. De scheiding berust op een verschil in oplosbaarheid, adsorptie, polariteit of vluchtigheid.
Hoeveelheid warmte die vrijkomt of nodig is voor een reactie
Elke stof kunnen we maken uit de elementen (het periodiek systeem). in de reactie om deze stoffen te maken is energie nodig
(endotherm) of komt energie vrij (exotherm). Deze energie die vrijkomt of opgenomen wordt, is de reactiewarmte. De warmte die vrijkomt of nodig is voor één mol stof uit de elementen, is de vormingswarmten.
Lorem ipsum...
Lorem ipsum...